Op mijn 16e was ik getuige van een life-changing event. Ik besefte het niet direct, maar dat was geen schande, want niemand had het op dat moment door. Het was 27 april 1986 en in Zweden ontdekte een
kerncentralemedewerker een verhoogd stralingsniveau. Maar die kerncentrale had geen probleem. De zorgen zwelden aan toen bleek dat de achtergrondstraling in heel Zweden was verhoogd. In ons land was er droog weer voorspeld, dus we konden gelukkig zorgeloos gaan slapen…
De dagen en weken erna druppelden de berichten binnen en werd duidelijk dat er in Tsjernobyl toch echt wel een serieus probleem was. Ook Nederland werd bezorgd, niet alleen omdat de druppelende berichten een gestage stroom werden, maar het ging ook ècht regenen. Op dat moment konden nog steeds slechts weinigen de enorme impact van deze ramp voorspellen. Tot op de dag van vandaag dreunt de klap na.
Het zal ergens in ’87 of ’88 geweest zijn dat ik het gevoel kreeg van een gemiste kans. Er verschenen telkens nog Tsjernobyl-gerelateerde krantenartikelen. Wat met de kennis van nu niet zo verwonderlijk is. Maar mij intrigeerde met name de onverwachte, indirecte invloed van de kernramp. In die periode bedacht ik: “wauw, wat had ik een enorme unieke verzameling kunnen maken, als ik vanaf het begin alle Tsjernobyl-gerelateerde krantenknipsels had verzameld in een plakboek.” Het ging niet meer alleen over de omgeving van Tsjernobyl en de impact op de mensen en de natuur daar. Maar het ging ook over
politiek, over economie, over noem maar op. Het heeft het uiteenvallen van de Sovjet-Unie getriggerd en ook de huidige energietransitie wordt nog steeds beïnvloed door emoties rondom kernenergie. De impact groeide als een paddenstoelwolk over de gehele wereld.
Maar ik had de slag gemist. De kranten lagen al lang bij het oud papier. Het plakboek is er nooit gekomen. Kan ik het mezelf verwijten? Ik denk het niet, want niemand had in het begin door dat we getuige waren van een life-changing event. En achteraf ben ik blij, want ik zou een zonderlinge kluizenaar geworden zijn, ergens wonend in een schuur, uitpuilend van plakboeken met vuilniszakken vol versleten scharen en lege Pritt-stiften.
Dit jaar werd ik herinnerd aan mijn gemiste kans door een nieuw boek over de impact van de Tsjernobylramp (Nacht in Tsjernobyl.
Geschiedenis van de grootste nucleaire ramp ooit. Auteur Adam Hegginbotham). Mijn eerste gedachte: dat is míjn boek, dat had ík moeten schrijven! Maar ach, ik hou me inmiddels bezig met informatievoorziening, softwarekwaliteit en agile transities. ’t Kan verkeren.
Maar het boek triggerde mij wel, juist in relatie tot mijn huidige werk. Ik kreeg een soort van déjà-vu en sinds dat moment vraag ik me af: ben ik opnieuw getuige van een life-changing event zonder dat iemand het al beseft?
In het boek wordt teruggeblikt hoe het nou zo fout heeft kunnen lopen. Tsjernobyl: het was een prachtige omgeving, vol prestige met veel trotse medewerkers en toch kreeg het zo’n immens troosteloos einde. Het begon allemaal met een test. Die moest overdag gebeuren, omdat dan voldoende kennis en capaciteit aanwezig was. Maar door onvoorziene omstandigheden werd de test verschoven naar de nacht. Met minder mensen, die ook nog eens niet goed voorbereid waren. Waarom dan toch? Een stakeholder die geen gezichtsverlies wilde leiden en ondanks waarschuwingen bepaalde dat de test moest doorgaan. En toen kwam er een incident en onervarenheid, ondeskundigheid, stress, vermoeidheid en slaaptekort bepaalden het vervolg. Iemand greep in, nam met de beste bedoelingen toch de verkeerde beslissing, het escaleerde en de rest is geschiedenis. Fail fast and learn? Dat duurde nog even, want ook in de afhandeling werden veel fouten gemaakt. Men had niet voorzien in een dergelijk scenario en politieke belangen en gezichtsverlies werden van steeds groter belang. Boeiend om te lezen dat in die periode van glasnost en perestrojka een deel van de mensen wel openheid van zaken wilde geven, maar de oude garde nog lang niet zo ver was. Ik zie al een parallel naar de onmisbare pijler van Transparantie als het gaat om Agile werken. Gemakkelijk gezegd, maar bij complexe organisaties die zich nog in een Agile transitie bevinden een serieuze ondermijnende factor, als de ‘oude’ garde hierin niet mee gaat en informatie gaat afschermen. Politiek en Agile vormen samen een dodelijke cocktail.
Een interessante vraag is of de test in Tsjernobyl nou de oorzaak was van het grote probleem? Het antwoord is: Nee. En dat verbaast mij niet, want ik probeer al jarenlang uit te leggen dat softwarefouten en productie-incidenten nooit het gevolg zijn van testen die niet of niet goed zijn uitgevoerd. De oorzaak van het probleem zit dieper. Uit de rechtszaken na Tsjernobyl bleek dat er in het ontwerp ernstige fouten zaten. Dat de veiligheid niet voldoende aandacht had gekregen, maar het had verloren in de
concurrentiestrijd van de snelheid. Prestige, goeie sier, zichtbaar en functioneel resultaat. Je zult maar verantwoordelijk zijn voor het maken van dergelijke keuzes. We kunnen komende maand de capaciteit van onze corebusiness opstuwen met 35%, òf we kunnen het risico van een eventuele ramp verlagen van
eens in de 500 jaar naar eens in de 1000 jaar. Wie dan leeft, dan zorgt. Toch?
Maar ik wil toch nu mijn zorg al delen. Want in de Agile transities zie ik een opvallende parallel met Tsjernobyl. Is er een nieuwe ramp in de maak? Die stakeholder die voor de keuze staat, noemen we tegenwoordig de Product Owner. Wat zijn de drijfveren van de Product Owner? Die wil alles snel en
goedkoop en beter en… Want de organisatie is niet voor niets begonnen met Lean en Agile; de bedoeling is snel en wendbaar. Maar hoeveel rek zit er op de lijn?
In hoeverre worden onze Product Owners uitgedaagd om niet alleen naar de winst van morgen te kijken, maar om ook oog te hebben voor lange termijn keuzes?
Veiligheid, toekomstvastheid, onderhoudbaarheid enzovoorts. Het kunnen impopulaire maatregelen zijn in de ogen van huidige gebruikers, die blijer worden van ‘spiegeltjes & kraaltjes’. En er kan kostbare tijd aan ‘verloren’ gaan. Zijn we als vakgebied volwassen genoeg? Staan de autonome ontwikkelteams stevig genoeg in hun schoenen om de reële boodschap te brengen?
Kortom, maakt de Product Owner de juiste afweging? Of beter gezegd, wordt hij in staat gesteld om de juiste prioriteiten te stellen en heeft hij daarvoor de juiste mensen om zich heen?
Het is in de mode om te roepen: “Fail-fast!”. En vaak slikken we de woorden “and learn” al in. Maar er zijn ook nog steeds situaties die vragen om een first-time-right strategie, ongeacht wat de modetrend
voorschrijft.
Ik ben benieuwd. Had ik een plakboek moeten gaan bijhouden over Agile softwareontwikkeling? Daarvoor ben ik al te laat en het kluizenaarsbestaan vind ik niet aantrekkelijk. Liggen er over 30 jaar boeken in de winkel over de ramp van Agile werken? We zijn nog niet te laat, maar er is mijns inziens wel sprake van verhoogde achtergrondstraling. Laten we deze keer niet gaan wachten tot het regent.
P.S.: Mocht je interesse gewekt zijn over de (naïeve) beleving in de eerste dagen van de Tsjernobyl-ramp: een interessante beschrijving lees je hier: https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/25935/de-nederlandse-reactie-op-de-kernramp-in-tsjernobyl.html