De sterkhouder als kritische succesfactor

Met het EK voetbal voor de boeg zal het journaille en trainersgilde eerdaags wel weer los gaan op het fenomeen van de sterkhouder. Voor de winnaar is de in bloedvorm verkerende sterkhouder een zegen; voor de verliezer zal de geblesseerde sterkhouder hét excuus zijn bij jammerlijk falen.

Afgezien van deze voorspelbaarheid is er nog iets bijzonders aan de hand met de sterkhouder. Als term staat het pas sinds 2009 in de Dikke van Dale en het is als begrip de laatste tien jaar echt in zwang geraakt. De slecht presterende trainer voegt het dankbaar toe aan zijn vocabulaire, zodat het publiek meteen snapt dat het dus niet aan de trainer lag. Toch kan het niet anders dan dat het fenomeen zelf al bestaat zolang er teamsporten bestaan.

Hebben we daadwerkelijk decennia lang gebruik gemaakt van een fenomeen zonder dat het een naam had, mogelijk geen eens werd herkend en nooit op waarde is geschat? Die vraag maakte mij nieuwsgierig. Ook in de software-ontwikkelbranche zie ik al ruim twintig jaar sterkhouders fungeren. Maar bijna nooit zijn deze op waarde geschat en in de theorie komen ze al helemaal niet voor.

Mijn persoonlijke ervaring met de sterkhouder avant-la-lettre gaat 45 jaar terug in de geschiedenis. Als klein, niet al te getalenteerd voetballertje klopte ik bij ons dorpscluppie aan en mijn positie op het veld was snel bepaald. Ik werd dusdanig in het veld gepositioneerd dat mijn fouten en tekortkomingen het minste impact hadden op het team. In de ogen van de begeleiding was dat links op het middenveld. Daar verprutste ik geen grote kansen, daar stond altijd nog een verdediger achter mij om alles tegen te houden wat ik liet lopen en op links, want daar kon verder ook niemand anders goed uit de voeten.

Zoals bij elk klein cluppie was er maar één team per leeftijdscategorie, dus ik speelde wel in het ‘selectie’-elftal. Maar ik geloof dat ook die term toen nog niet bestond. Wel waren er getalenteerde spelers. De jongens waarvan al op jonge leeftijd was bepaald dat zij uitverkoren waren om later in het vlaggenschip de clubkleuren te mogen verdedigen. Zij waren onze sterkhouders (weet ik nu). In elke linie zat er één. En mocht het op enig moment toch gebeuren dat ik de bal in mijn bezit zou krijgen, dan moest ik die als de wiedeweerga inleveren bij één van die jongens.

Mijn jeugdtrauma werd pas in 1988 hersteld nadat de sierlijke Arnold Muhren als begaafde linkermiddenvelder een wezenlijke bijdrage leverde aan het oranje-team dat Europees kampioen werd. Voor mij nog net op tijd om bij de senioren de schroom van mij af te gooien en te gaan genieten van het spelletje.

Deze ervaring heeft mij wel geleerd om de sterkhouder in mijn omgeving te herkennen. Waar kan ik met een gerust gevoel de bal inleveren, waarbij ik er dan blindelings op kan vertrouwen dat er iets goeds gebeurt?

Het bijzondere is dat er in de IT weinig over te vinden is. Hoewel de teams en hun dynamiek een veel besproken item is, wordt het bijvoorbeeld in de scrumguide gedownscaled naar een team van developers, die hun vak moeten verstaan en dan volgt “als vanzelf” kwaliteit. De IT literatuur lijkt meer gebaseerd op gelijkheid dan op uitmuntendheid.

Inmiddels weten we dat de werkelijkheid wat weerbarstiger is. Kwaliteit is geen toeval en er zijn best pogingen gedaan om de professionals beter te maken. We kregen T-shaped testers, en toen dat niet voldoende bleek, plakten we er pootjes aan vast; maar ook de pi-shaped en m-shaped testers bleken niet alles te kunnen. Soms zie je zelfs de testskills inkrimpen onder druk van de vele andere kennispootjes. Ook worden er veel full-stack developers gevraagd. Maar de reacties van de potentiële kandidaten laten zien dat deze theoretische term in de praktijk eerder een recept is voor vaagheid dan voor kwaliteit.

Op teamniveau gaan we steeds meer samenwerken. Multidisciplinair was lang het toverwoord, maar vanwege het gebrek aan elkaar goed begrijpen, gaan we ook daar naar de overtreffende variant: cross-functional teams will do. In een volwassen DevOps team moet je elkaars werk vlot kunnen overnemen.

Telkens is de gedachte: als je meer kan, gaat het beter dus krijg je minder problemen en meer kwaliteit.

Deze fenomenen leiden tot veel-potige schapen, maar of ze de oplossing vormen? In lijn met de theorie wordt de (niet begrepen?) specialist vaak vervangen door een (communicatief betere) generalist. Maar wordt het geheel daar beter van? Juist als het moeilijk is of heel complex?

Door de jaren heen raak ik er steeds meer van overtuigd dat het leveren van kwaliteit valt of staat met de aanwezigheid van goede mensen. Bij de meest succesvolle trajecten zijn er altijd enkele professionals aan te wijzen die daarbij een cruciale rol speelden. Daar heb je ze: de sterkhouders!

Wat kenmerkt nou die sterkhouder? Een interessante vraag om even bij stil te staan. Op basis van mijn ervaring zie ik een aantal elementen terug:

  • Net als die topspeler is hij een specialist in zijn vak; getalenteerd en gegroeid door ervaring.
  • Net als die motiverende teamspeler is hij in staat om de boodschap goed te vertellen. Technische uitleg in het team, impact inschatting naar de leiding. Iedere doelgroep krijgt de juiste informatie.
  • Net als de controleur die kan versnellen en vertragen, speelt hij met de balans tussen snel waarde leveren en kwaliteit borgen.
  • Net als de spelverdeler het spel kan verleggen, kan hij met originele oplossingen komen, waarbij korte en lange termijn worden overzien.
  • Net als de aanvoerder een verlengstuk vormt van de trainer, kent hij de grotere strategische en tactische doelen en richtingen en denkt hij daar over mee.

Het moge duidelijk zijn. Ik ben een fan van de sterkhouder. Kan hij alles? Nee, dan zou het een triple m-shaped engineer zijn. Kan hij het in zijn eentje? Nee, een succesvol team heeft veel meer kwaliteiten nodig om in de uitvoering succesvol te zijn, denk bijvoorbeeld aan creatievelingen en dienende spelers.

En we zijn ook zeker niet op zoek naar alleen maar sterkhouders. Want dat leidt al gauw tot een team met gearriveerde vedetten, die alleen nog voor eigen naam en faam willen meespelen.

Maar een of twee sterkhouders kunnen met hun talent, inzicht, leiderschap en ervaring net wel het verschil maken om succesvol te worden.

Heb jij sterkhouders in jouw organisatie? Zo niet, vraag je dan af wat er nodig is om een paar collega’s in die positie te brengen. Het kunnen zomaar jouw kritische succesfactoren worden.

Nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over testen? Neem dan contact op met Praegus – 085-1305977 / info@praegus.nl of kijk op www.praegus.nl

Vond je dit artikel interessant? Deel het op social media!