Software Testen, een onontgonnen goudmijn voor voorspelbare IT.

Stel je een directiemeeting voor bij een grote organisatie. Kwartaalcijfers en projectupdates passeren de revue, financiële targets worden besproken en strategische KPI’s beoordeeld. Maar zodra de voortgang van een aantal cruciale IT-projecten op tafel komt, neemt de spanning toe. De directie merkt op dat deadlines herhaaldelijk worden gemist en de kosten oplopen. Tegelijkertijd rapporteren IT-teams over bugs, technical debt en integratieproblemen. Hoe grondig de rapportages ook zijn, het ontbreekt vaak aan strategische inzichten die écht helpen om beslissingen te nemen. Klinkt dit bekend?

Waarom blijft voorspelbare softwareontwikkeling toch zo’n uitdaging? Hoe kan het, dat in een wereld waarin we beschikken over meer data dan ooit tevoren, datagestuurde besluitvorming nog steeds niet altijd leidt tot betrouwbaardere IT voortbrenging? Wij zien dat vanuit alle geledingen van de organisatie data wordt verzameld, maar dat informatie uit testen – ja, die activiteit binnen softwareontwikkeling- een onderschatte en onbenutte bron blijft. Testen wordt meestal gezien als de laatste controle vóór de livegang, maar in werkelijkheid levert testinformatie continue inzichten op: over functionaliteit, integraties, betrouwbaarheid en risico’s. Het zijn precies deze inzichten die een basis kunnen vormen voor voorspelbaarheid, risicobeheersing en strategische besluitvorming.

Ondertussen wordt er binnen organisaties continu gezocht naar een stuurmiddel om voorspelbaarder te kunnen werken. Implementaties van methodologieën zoals Agile en DevOps, waar een grote stimulans is op de autonomie van de teams, hebben niet geleid tot beter voorspelbare softwareontwikkeling. Het toepassen van Agile werken in grote organisaties in de vorm van bijvoorbeeld SAFe of LeSS, waarin we onderkennen dat er afhankelijkheden tussen teams zijn die gemanaged moeten worden, worstelen met dezelfde uitdaging. En het testproces, of liever gezegd kwaliteit, blijft maar (ik generaliseer) niet gezien worden als een strategische activiteit.

Waarop sturen we op directieniveau eigenlijk? Architectuur, security, compliance en strategische planning worden vaak wel als belangrijke speerpunten gezien. Zou software- of IT kwaliteit hier inmiddels dan ook niet een onderdeel van moeten zijn? Het kernprobleem van kwaliteit ligt in mijn ogen dus niet alleen bij het inbedden van een testproces en een kwaliteits-mindset in ontwikkelingsteams, maar ook in het aantonen van tastbare waarde aan de bestuurderskant.

Nieuwe wetgeving, zoals DORA, NIS2, Accessibility Act (EAA) en de AI Act, stellen daarnaast steeds zwaardere eisen aan de kwaliteit van IT-systemen. Bedrijven moeten hun software toegankelijk, betrouwbaar, veilig en transparant houden. Hoe kan een organisatie hieraan voldoen als werkelijke kwaliteitsinzichten onvoldoende voorhanden zijn?

Een van de redenen die we hiervoor zien is het gemis aan transparantie. Consistente informatie-uitwisseling tussen alle organisatielagen is cruciaal. Idealiter stroomt informatie over softwarestatus en -kwaliteit naadloos van de technische teams naar de directie. In de praktijk spreken engineers, testmanagers, IT-managers en directieleden echter verschillende ‘talen’. Zij richten zich op hun eigen verantwoordelijkheden en (sub)doelstellingen, waarbij een gebrek aan gedeeld begrip kan leiden tot gekleurde interpretaties, misverstanden en onduidelijke informatie. Dit creëert een voedingsbodem voor het maken van minder goede beslissingen.

Hoe kunnen we dit veranderen? IT-organisaties zouden meer moeten overschakelen naar werkwijzen die de impact van de business benadrukken, zoals omzetgroei, klantacquisitie en algehele bedrijfsprestaties. Stel je voor dat de ontwikkel- en kwaliteitsprocessen afgestemd zijn op deze strategische doelen, dan betekent dit wel de stap durven zetten naar data transparantie en niet manipuleerbare informatie om de juiste koers te bepalen. Ook als dat consequenties heeft voor minder positief nieuws naar diverse stakeholders.

Om deze kloof te dichten is een gedeeld begrip tussen alle lagen in de organisatie nodig, waarbij het wordt ondersteund door ongekleurde data vanuit het testproces. Om te beginnen moeten organisaties zich bewust worden dat ze wel degelijk reeds een goudmijn aan informatie bezitten die ze naar voorspelbaarder succes kan leiden. Inclusief data die tot voor kort hier nauwelijks tot zelfs nooit voor werd gebruikt. Vervolgens is er in dit kader ook goed nieuws: er zijn inmiddels middelen op de markt die deze data uitstekend in real-time status inzichtelijk maken, waardoor vanaf nu kwaliteit als strategisch onderdeel op de bestuurlijke agenda kan worden meegenomen.

Benut jouw organisatie de waarde van testinformatie optimaal? Wordt deze data ingezet als een strategisch stuurmiddel of blijft het hangen als een technische controle die pas aandacht krijgt als het misgaat?

Ik ben benieuwd naar jullie ervaringen en observaties.

Nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over testen? Neem dan contact op met Praegus – 085-1305977 / info@praegus.nl of kijk op www.praegus.nl

Vond je dit artikel interessant? Deel het op social media!